hjmvandeneijnden
Autoist
"Het is toch maar een auto?", is een veel gehoorde vraag, wanneer je met non-auto-geinteresseerd gezelschap onderweg bent en weer een pareltje spot. Ergens hebben ze wel gelijk. Elke auto is een samenraapsel van metaal of kunststof, glas, rubber, leer, skai, stof, hout, vinyl en noem maar op. Het is echter de som der zaken die telt. Wat een auto sportief, functioneel, geinig of opwindend maakt, om maar een paar cliche's te noemen is volkomen subjectief. Maar het kan sommige mensen tot totale autogek maken.
Mijn leven als autogek, of autoïst, zoals ik mezelf wil noemen, begon toen ik een jaar of vier was. Samen met opa Va den Eijnden, die zelf nooit een auto heeft gehad, struinde ik de straten van Helmond Noord af en bij iedere auto vertelde ik hem vol trots wat voor merk of type het was. Soms tilde hij mij op, zodat ik via het raam kon aflezen hoe hard een auto kon. En elke keer opnieuw dezelfde 'kennistest': was het een Skoda 1000 MB of een Volkswagen 1500 Ponton? Die lijken best veul op elkaar. Wat opa niet wist: ik kon al tellen. Dus vier deuren: Skoda en twee voor de VW.

In 1969 nam mijn vader het eerste autoboek mee: De Grote Automerken van Ralph Stein. Uit pure dankbaarheid plakte ik zijn pasfoto op de eerste pagina. Er zouden nog honderden boeken volgen. Toen onze familie in 1971 van Helmond naar Landsmeer verhuisde was het ieder tweede weekend feest. Dan overbrugden wij per Vauxhall Victor en daarna drie Renaults 16 de 138 kilometer tussen ons en 'de oma's' in Helmond. Ik zat altijd linksachter in de rij van vier opgroeiende spruiten. Achteraf bezien niet zo handig, want mijn vader reed altijd op de linkerbaan. 150, liefst. Rokend. Vooral de 16's zakten flink door de veren, waardoor ze als een soort rijdende Hitlergroet over de A2 stuifden. Ik had dus rechts moeten zitten; dan had ik veel meer moois gespot. "Kijk, een Rover!", riep mijn broer dan vanaf extreem rechts. Niks gezien.

Gelukkig moesten we een keer tanken bij het beroemde Dudok benzinestation ter hoogte van Abcoude. Terwijl mijn vader de 55-10-NU stond af te tanken -Caballero in de mond- stopte er naast ons een ongelofelijk fraaie bolide. Mijn mond viel open. Zo'n ongelofelijk mooie auto had ik nog nooit gezien. Meteen mijn eerste 'erautoische' ervaring. Brutaal stapte ik uit, mijn vader negerend. 'Iso Grifo' las ik op het achtersteven van de zilvergrijze Gran Turismo. De bestuurder, een op Clay Regazzoni gelijkende Italiaan lachte minzaam van achter zijn goudkleurige Carrera zonnebril. Ik was verliefd voor het leven.
Het zou nog een paar decennia duren voordat ik weer oog in oog zou staan met een Grifo. In de tussentijd ontwikkelde ik weliswaar een voorliefde voor dikke Italiaans GT's, maar veranderde mijn smaak naarmate ik ouder werd. Zo gebeurde het dat ik in 1977 ook gek werd van Ferrari, omdat ik regelmatig vanuit mijn slaapkamerraam een witte 308 GTsi voorbij zag komen. Dat de eigenaar een halve crimineel bleek te zijn, deerde mij niet.
Vanaf dat moment begon ik boeken over Ferrari te verzamelen, hetgeen is uitgelopen tot een ware verzamelwoede van autoboeken.
Hoogtepunt van de Ferrarigekte was het 'toetreden' tot Telaio. een internetforum voor verzamelaars van chassisnummers van Ferrari's. Dit leefde voort tot ik op een evenement op de Nurburgring een enorme rij -vooral rode- 360 Modena's zag staan, met als eigenaren Dikke Duitsers van middelbare leeftijd met een veel jongere vriendin met oversized borsten. Ik wilde geen Ferrari meer. Over de vriendinnen laat ik mij niet uit.

Mijn smaak veranderde uiteindelijk. Ik ging steeds meer de gewone auto's uit mijn jeugd waarderen. De Citroen CX, de Renault 14, de Volkswagen K70, noem ze maar op. Opvallend: vooral de muurbloempjes, de mislukkelingen en de verschoppelingen uit de auto industrie veroverden mijn hart. Ik schaar ze onder de noemer: cariosa.
Maar er gebeurde meer.. In 2011 raakte ik verslaafd aan het fenomeen Oude Nederlandse kentekens, wat ik heb afgekort tot ONK, een term die een eigen leven is gaan leiden.
Gelukkig was daar internet. En zo begon de never ending story van het spotten, beeldbanken en alle andere manieren om foto's te vinden van auto's met een Nederlands kenteken dat is uitgegeven tussen 1952 en 1980. Nog dagelijks ben ik daarmee bezig. En ja, ik veer elke keer weer op als ik een R14 of een Austin Allegro vind. Of een Iso Grifo. Het houdt mijn leven als autoist spannend en met met mij hopelijk dat van veel andere autogekken.
