Octane. Scramble. Feest.
Onderweg van en naar de Octane Scramble in Amersfoort ontvangt Miles Louter complimenten. Behalve misschien van de Tesla-inzitter die in een snelle doordraaibocht door zijn rijdende stofzuiger wordt afgeremd en vervolgens op rechts ziet hoe een grijzende mafkees geheel met eigen ledematen een Hondaatje van 38 jaar oud op de weg probeert te houden. Dont try this at home.
Duimen, goedkeurende blikken en blije zwaaiers. Zo houdt een bestuurder van een Datsun 240Z even in om zijn goedkeuring uit te dragen met een heerlijke claxonsalvo. En dan denk ik: zouden we dat over 22 ook doen bij een Sirion uit 2006? De tijd zal het leren.
Miles naar de Scramble. Wat een ontzettend leuk evenement, met auto’s van zeer uiteenlopend pluimage. Van Kadett tot Jalpa en van Mini tot Fleetwood. Ertussenin exoten, muurbloempjes en derivaten van alledaags en hedendaags. En auto’s die je nog nooit hebt gezien. Wat te denken van een wit sportwagentje dat ik als Clan Crusader meen te herkennen en dat niet is. Blijk ik naar een McCoy Sports uit 1975 te staren. Het mooiste aan de auto: de modder aan de onderzijde. Ook dat kan hier.
Wat ik niet echt vond kunnen: De Mercedes eigenaar die de motor flink opzweepte hetgeen leidt tot een hoop geknal. Uit een boom valt een dode ekster.
Wandelend langs de bonte verzameling auto’s kies ik uiteraard mijn favorieten. De Alfa Romeo 1900 CSS en de smetteloze Toyota Carina uit 1988 strijden om de eer. De IKA Renault Torino wint. Hoezo uitersten?
Dan komt een colonne Ferrari’s het terrein opgereden. Een van de Ferraririjders geeft even flink gas. “Voor de kleine jongetjes, vinden ze leuk”. Ik vond het inderdaad wel grappig, omdat ik erbij fantaseerde dat de airbags van zijn veel te jonge vriendin van schrik zouden knappen.
Grensoverschrijdend binnenpretje.
Uiteraard noteer ik ook de nodige ONK’s, niet nadat ik lang naar de gigantische achterspoiler van een Toyota Celica heb staan staren. “Waar kijk je naar?’, vraagt iemand. Ik antwoord met een wedervraag: “Weet jij waar het winkelwagenmuntje in moet?”
Volgend jaar gaan Mlies en ik weer.
